Tekstgrootte
Het zorgteam van Harbour Bilingual bestaat uit twee intern begeleiders en een talentbegeleider. Onze visie op zorg is dat ieder kind op onze school de best mogelijke zorg verdient. Hierbij streven we ernaar een veilige- en uitdagende leeromgeving te creëren waarin leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. We willen dat, wanneer er behoefte is aan extra zorg, dit zoveel mogelijk in de eigen klas plaatsvindt door de eigen leerkracht, binnen de mogelijkheden van de groep. Op deze manier streven wij naar een zo inclusief mogelijke onderwijssituatie. Hierbij werken wij zoveel mogelijk samen met ouders en collega’s om kennis en expertise te delen. Waar nodig wordt samengewerkt met externe partijen.
De zorg en begeleiding van onze leerlingen richt zich op de ontwikkeling van het kind als geheel. Wij volgen zijn de cognitieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen, welke met elkaar verbonden zijn en niet zonder elkaar kunnen ontwikkelen. Alle gegevens hiervan worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem Parnassys, Leeruniek en BOSOS.
Het uitgangspunt van ons onderwijs is dat elk kind uniek is en zich op eigen wijze, tempo en niveau ontwikkelt. Het leerproces is zo ingericht dat de diversiteit in de ontwikkeling van leerlingen tot zijn recht komt. Leerkrachten van de groepen 1 en 2 monitoren de leerlingen op verschillende gebieden; rekenen, Nederlandse en Engelse taalontwikkeling, sociaal–emotioneel en motorische ontwikkeling. Hierbij bepalen de leerkrachten het niveau van de leerlingen met behulp van het leerlingvolgsysteem BOSOS. Leerkrachten bepalen wat de leerlingen aan aanbod en zorg nodig hebben. Het onderwijs in de groepen 1 en 2 wordt vormgegeven binnen ons thematisch werken met IPC. Om de ontwikkeling te volgen maken wij gebruik van BOSOS en observatielijsten voor het Engels.
Vanaf groep 3 worden de leerlingen gevolgd op het gebied van technisch- en begrijpend lezen, Nederlandse en Engelse taal, spelling en rekenen. Dit doen wij aan de hand van observaties door de leerkracht, methodetoetsen, reading a-z voor Engels lezen, English Benchmark en methode onafhankelijke toetsen van Cito-Leerling in beeld. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de leerlingen dagelijks aan de hand van observaties, gesprekken en toetsen.
Binnen ons onderwijs richten wij ons ook op de onderwijsbehoefte van (vermoedelijk) hoogbegaafde kinderen. Onze talentbegeleider ondersteunt de leerkrachten hierin. In eerste instantie willen wij dat deze kinderen zoveel mogelijk in de eigen klas worden bediend. Hierbij worden zij extra uitgedaagd en wordt werk, waar mogelijk, gecompact en verrijkt. Op het moment dat een leerkracht, samen met de intern begeleider, denkt dat er meer nodig is wordt advies gevraagd aan de talentbegeleider.
Om leerlingen te volgen op hun sociaal-emotionele ontwikkeling maken wij gebruik van observatielijsten uit het programma Leerling in beeld. Dit brengt systematisch de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in beeld, met de daarbij behorende vaardigheden. In de onderbouw wordt dit minimaal één keer per jaar voor een kind ingevuld, door middel van een vragenlijst. De uitslagen van deze vragenlijsten worden besproken door de leerkracht en de intern begeleider. Bij vaardigheden die als aandachtspunt naar voren komen uit de observatie, zullen we interventies inzetten. Vanaf groep 5 wordt er ook een vragenlijst ingevuld door de leerlingen zelf.
De ontwikkeling van kinderen gaat gepaard met vallen en opstaan, ook onder schooltijd. Met de hulp van ouders en leerkrachten zullen de meeste kinderen hun basisschoolperiode goed doorlopen en een leuke en leerzame tijd meemaken. Ieder kind is echter anders en heeft andere kwaliteiten en mogelijkheden. Sommige kinderen hebben extra aandacht nodig op de basisschool. Op onze school kan er veel aandacht besteed worden aan zorg. De leerkracht ziet vaak als eerste wanneer er sprake is van zorg bij een leerling. De manier waarop een leerling in de klas zit en hoe het zich gedraagt, zijn naast de resultaten signalen dat het niet meer als vanzelf gaat en dat er misschien extra hulp nodig is bij de ontwikkeling. In eerste instantie zal de leerkracht in gesprek gaan met de leerling en proberen we te achterhalen wat de onderliggende oorzaak zou kunnen zijn. Daarna, maar het liefst gelijktijdig, zullen we ook in gesprek gaan met ouders. In gesprek met elkaar proberen we samen een plan op te stellen om de ontwikkeling weer op gang te brengen en mogelijke belemmeringen hierin weg te nemen.
Andersom kan natuurlijk ook. U hoort via uw kind al een tijdje dat er wat speelt. Bespreek dit dan zo snel als mogelijk met de eigen leerkracht. Wacht niet tot het moment dat de school u uitnodigt voor een gesprek.
Als blijkt dat binnen de klas, met bijvoorbeeld extra instructie, de ontwikkeling nog niet gaat zoals verwacht en er geen tot weinig vooruitgang te zien is, gaan we op zoek naar meer hulp of een andere invulling van de ondersteuning. Dit wordt altijd met u als ouders besproken. De intern begeleider wordt dan uitgenodigd om mee te kijken. In overleg met elkaar wordt gekeken wat er op school en eventueel van buitenaf aan hulp nodig is. Dit kan betekenen dat uw kind begeleid wordt buiten de klas door de RT-er, het kan ook betekenen dat we het samenwerkingsverband (PPO Rotterdam), logopedie of fysiotherapie vragen om mee te denken en te ondersteunen. In onze POS staat beschreven welke hulp wij als school kunnen bieden.
In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio’s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs (SWV PO) in de regio. Binnen deze regio dient elke school een schoolondersteuningsprofiel op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en welke de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften.
Hieronder vindt u de SOP en het zorgplan van Harbour Bilingual.
De Rotterdamse meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De school is verplicht volgens deze code te handelen. Het stappenplan biedt onder onder andere aan wat er van hen wordt verwacht. Dat is niet alleen belangrijk voor de professional zelf, maar draagt ook bij aan effectieve hulp aan slachtoffer en pleger.
De afkorting SISA staat voor Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak. Stichting BOOR, en dus ook onze school, heeft zich hierbij aangesloten. Het SISA-signaleringssysteem zorgt er voor dat jongeren in Rotterdam die hulp nodig hebben, worden geregistreerd in een computersysteem. Als er meerdere hulpverleners van verschillende instanties met één kind bezig zijn worden de hulpverleners daarvan op de hoogte gesteld. Zo kan de hulpverlening goed op elkaar afgestemd worden. Meer informatie kunt u vinden op www.sisa.rotterdam.nl.
Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunt u terecht voor vragen over opvoeden, opgroeien, verzorging en gezondheid. Gesprekken met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts zijn vertrouwelijk. De jeugdverpleegkundige neemt deel aan de overleggen van het Zorgadviesteam op school, waarin zorgen over de ontwikkeling van een kind worden besproken. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Het CJG komt ook op de basisschool. In groep 2 wordt ieder kind uitgenodigd voor een preventief gezondheidsonderzoek samen met de ouders. Naast controle van de groei, ogen en oren bespreekt de jeugdverpleegkundige of jeugdarts de ontwikkeling en de gezondheid van uw kind met u.